In de pers

 

Recensie De Heemsteder 22-12-10

Recensie De Heemsteder 22-12-10

 

Galerie Rob de Vries zet bezoeker op verkeerde been

Morsige orchideeën en gevilde zebra’s

Uit: Haarlems Dagblad • 13 november 1999 • Beeldende kunst • Recensie • Anne-Mara van Kampen

Florian van Rooij; schilderijen, Caroline Curtis; schilderijen, Björk Egilsdottir; objecten. Galerie Rob de Vries, Spaarnwouderstraat 47, Haarlem. Te zien t/m 28 november 1999, open do t/m zo 13-17.

Wie bij Galerie Rob de Vries naar binnen kijkt, kan het idee krijgen dat het hier een chemisch laboratorium betreft. Midden in de steriele witte ruimte staat een vitrinekast, gevuld met veelkleurige potjes waarin vreemde objecten drijven. Gelukkig blijken de verwachte foetussen en gemuteerde wezens in verf gedoopte bloemen zijn; vervormd en bevreemdend, dat wel. De van oorsprong IJslandse kunstenares Lilja Björk Egilsdottir, eerder te zien in de Vishal met plastic zakken gevuld met vloeistof, probeert zich duidelijk buiten de geijkte orde der kunsten te bewegen. Geen doek, sokkel of zelfs een plastisch geheel, maar een optelsom van (blijvend) losse fragmenten. Daarnaast tonen de ietwat morsige orchideeën en lelies aan dat een esthetische verschijningsvorm evenmin een doel is dat Björk nastreeft. Niet het conserveren van een pure vorm (de bloem) staat haar voor ogen: juist het aantasten en transformeren ervan blijkt het motief. Met uiteraard de kans op verrotting en verkleuring.

De non-conformistische werkwijze van Björk staat in schril contrast met de zeven kleine schilderijen van Caroline Curtis: naturalistische dier- en zelfportretten, zeer gedetailleerd en introvert geschilderd.Enigzins luguber (maar wel mooi) is het schilderij van een gevilde zebra, waar het dode dier letterlijk ontdaan is van zijn identiteit. Overigens is bij het zien van Curtis’ werken de vergelijking met schilder Pieter Kusters (haar partner) onontkombaar: de wollige stijl en dezelfde, bijna sullige, oogopslag bij de portretten. De schilderijen van Curtis missen echter het lef van Kusters (ook uit de ‘stal’ van De Vries), die door bijvoorbeeld het gebruik van ongebruikelijke uitsneden en enorme doeken veel meer impact heeft. Eigenlijk past Curtis gewoon niet bij Rob de Vries.

Dit in tegenstelling tot Florian van Rooij, die met recht de jongste aanwinst genoemd kan worden. Tweeëntwintig jaar, vers van de Rietveld academie, en al een werk verkocht aan de gemeente Heemstede (gemeenteaankopen Heemstede ’99). De vier geëxposeerde schilderijen, waarvan de oudste (!) uit 1996, zijn allen even boeiend en overtuigend in hun eenvoud. Niet opzichtig kleurgebruik (Van Rooij gebruikt vooral okers, bruinen en veel wit) of opvallende vormen bepalen het beeldvlak; de kracht zit hem in de zorgvuldig afgewogen overlappingen en rasters, die als beeldmotief steeds n telkens andere gedaantes terugkomen. Van Rooij’s meest recente werk (nr. 2 in de Galerie) bijvoorbeeld toont een toevallig ogende ‘stapeling’ van gekleurde vlekken, waarbij na enige bestudering blijkt dat de schilder uiteindelijk de grenzen heeft bepaald (en niet de verf). De randen van de schijnbaar willekeurige vormen zijn op bepaalde manier zo geschilderd dat er een vreemd soort diepte ontstaat. Ditzelfde spel speelt Van Rooij in het werk ernaast (nr. 3): het zwart-grijze ruitmotief wordt rechtsonder ‘opgeschrikt’ door een plas amberkleurige lak, die door het glanzende en doorschijnende effect het perspectief vertekend en verstoord. Kortom: van Florian van Rooij is veel te verwachten en gelukkig heeft Rob de Vries dat ontdekt.

 

Amsterdam , The Netherlands – Six Painters

From: Contemporary Visual Cuts, issue 24, 2000 • By Matthew Carey-Williams

The title of this small but well-edited exhibition is all too simple. Six Painters: so what? But the title’s easy nature is far removed from the show’s content. The Reflex Modern Art Gallery has given six young artists, all recent graduates of the Rietveld ( Amsterdam ‘s Art Academy ), their first public show. Florian van Rooij, Irene van Dijk, Pär Strömberg, Liesbeth Sevenhuijsen, Stephan Konings and Anutosh represent an eclectic, somewhat disjointed ‘group’ of painters. Between them they address a variety of different issues surrounding the theory and practice of painting, and the show asks its audience to confront seemingly age-old (and now rather tired) questions about the nexus between the mechanics and dynamics of painting. Nothing particularly new so far, but these young graduates have injected a new vigour and, in some cases, grace into their respective exploration.

Van Rooij’s large, brightly coloured abstract canvases reveal his modernist interest in the act of painting. These bold, confident works contrast with the more sensitive depictions of landscape executed by Strömberg and Sevenhuijsen. Where van Rooij’s work is deeply intellectual, his form overshadowed (yet ironically shaped) by his content, Strömberg and Sevenhuijsen’s is far more visual, with attention paid to the delicacies and intricacies of technique. Indeed, Sevenhuijsen’s work has a Richteresque quality to it, which imbues her seemingly sterile distillations with an eerie, almost phantasmagoric air. The familiar becomes increasingly strange, apparently drawing on the conflation of the known and unknown that has been the preserve of contemporary photography over the past few years.

Most group shows of young artists are ‘hit and miss’ affairs and the paintings of Stephen Konings and Anutosh seem weak in comparison with the others. Konings’ figurative works lack depth, whilst Anutosh’s very tactile images, executed in encaustic and reminiscent of both Sigmar Polke’s execution and David Salle’s design, are bereft of any real creative flair. Certainly both artists’ works seem a little stale in comparison to the wonderfully agitated and intuitive depictions of Irene van Dijk. Executed on hand-stitched latex, these intimate, hallucinogenic scribbles shift constantly in form and mood. The strength of her work is anchored to her choice of media as much by her already mature touch. She stands out as the star of this particular class. This show succeeds on many levels, addressing painting’s key issues through the different languages adopted by the artists. In a sense the show declares the multifarious nature of the medium rather than any considered viewpoint. Yet for all these six painters and their young curator Alex Daniëls Jr. provide a glimpse of the state of new painting in The Netherlands.
Six Painters was at the Reflex Modern Art Gallery , Amsterdam, 7 March – 3 April

Matthew Carey-Williams is a Deputy Director in the Contemporary Art Department , Sotheby’s, London